
(Faal) Angst
“Faalangst is bang zijn om bij een taak te mislukken”
Soms is een kind zo bang om fouten te maken, dat het niet eens antwoord dúrft te geven op een vraag. Faalangst kan zich uiten op allerlei verschillende manieren als stil gedrag, niet naar school willen, boos of explosief gedrag of zelfs bedplassen.
Hoe kun je een kind helpen dat last heeft van faalangst?
Faalangst is bang zijn om bij een taak (welke dan ook) te mislukken. Het ontstaat in situaties waarin iemand beoordeeld wordt of denkt te worden: in andere omstandigheden functioneert het kind prima. Faalangst wordt ingegeven door het (onterechte) gevoel het toch niet te kunnen. Iedereen is wel eens bang om af te gaan. Maar bij (ernstig) faalangstige kinderen gaat de angst veel verder dan een normale spanning, die vaak ook positief kan werken.
Welke soorten faalangst zijn er?
Faalangst kan overal optreden waar prestaties worden gevraagd. Bij motorische faalangst zien kinderen er vreselijk tegenop iets met hun lichaam te moeten doen. Sociaal faalangstige kinderen zijn geremd in hun contacten met anderen en hebben moeite zich op sociaal gebied te handhaven. Daarnaast uit faalangst zich ook op school bij leeropdrachten (cognitieve faalangst): kinderen zien erg op tegen toetsen, geven aan dat zij alles goed moeten invullen omdat zij anders niet goed genoeg zijn. Daarnaast geven zij vaak aan alles langzaam te moeten maken zodat zij netjes kunnen werken. Vinden zij dat niet goed genoeg dan gaan ze gummen en beginnen zij opnieuw.
Hoe uiten zij zich?
Faalangstige kinderen blokkeren, haken af of gaan juist extra hard werken en zijn zelden echt ontspannen. Ze compenseren hun gedrag en tonen frustraties. Onder invloed van hun angst presteren ze onder hun niveau, dit kan in gedrag zijn (jong voor hun leeftijd, druk gedrag) maar ook op cognitief vlak (veel fouten maken en lakse houding of juist langzaam werken om alles maar goed te kunnen maken)
Hoe herken ik faalangst bij mijn kind?
Mogelijke signalen zijn: hoofdpijn, maag- of darmklachten (diarree/braken), hartkloppingen, zweten, hyperventilatie, nagelbijten, verlegen, gesloten of juist heel druk gedrag (clownesk gedrag), liegen, smoezen verzinnen, veel piekeren, opmerkingen als ‘Ik kan toch nooit wat’ en ‘Dat gaat vast fout’.
Wat kan school eraan doen?
Ook op school moeten kinderen weten dat ze gewaardeerd worden om wie ze zijn en niet om wat ze presteren.
Kinderen met faalangst zijn het beste af bij een schoolomgeving waar iedereen zijn eigen inbreng kan hebben, waar rekening wordt gehouden met verschillen tussen kinderen en leerlingen de kans krijgen zichzelf geleidelijk meer te kunnen ontplooien. Leerkrachten doen er goed aan faalangstige kinderen niet voor de klas een taak te laten uitvoeren, maar ze op hun plaats te laten zitten.
Complimenten van de juf of meester doen wonderen. Als er steeds negatief gereageerd wordt dan nemen kinderen uit de klas dat over. Zonder dat de leerkracht zich bewust is van zijn eigen rol binnen het negatief denken van klasgenoten over een leerling uit de klas.
Coaching / Begeleiding
Mocht het nou zo zijn dat uw kind ondanks extra hulp van school/thuis toch veel last heeft van zijn of haar (faal)angst. Dan kan ik met uw kind aan de slag met het hulp programma rond deze angst. Samen met uw kind werken we aan zijn angst en leren we vertrouwen terug te krijgen in zichzelf, de toets en het werken. Samen leren we dat een groeiende mindset verder komt dan een vastzittende mindset. Ik kan het niet is heel iets anders dan ik kan het NOG niet.
Wilt u meer informatie over de mogelijkheden. Neemt vrijblijvend contact met mij op.